top of page

Voorbeelden uit de praktijk

Mijn kind heeft moeite met veranderingen
Grote veranderingen kunnen een kind onzeker maken. Een verhuizing, scheiding of nieuwe school kan ervoor zorgen dat je kind zich terugtrekt of juist sneller boos of verdrietig wordt. Het lijkt alsof hij of zij het moeilijk vindt om zich aan te passen en vast blijft zitten in oude patronen.

âž¡ Voorbeeld: Milan (7) is net verhuisd en vindt het moeilijk om te wennen op zijn nieuwe school. Hij mist zijn oude vriendjes en heeft moeite om contact te maken met nieuwe kinderen. In coaching leert Milan hoe hij stap voor stap nieuwe vriendschappen kan opbouwen en zich zekerder kan voelen in een nieuwe omgeving.

Mijn kind heeft weinig zelfvertrouwen

​Je merkt dat je kind onzeker is en weinig vertrouwen heeft in zichzelf. In plaats van enthousiast nieuwe dingen te proberen, zegt hij of zij vaak: "Ik kan dit toch niet..." of "Wat als het mislukt?" Misschien stelt je kind geen vragen in de klas, is hij of zij bang om fouten te maken of vermijdt sociale situaties uit angst om afgewezen te worden.

âž¡ Voorbeeld: Anna (8) vindt het spannend om spreekbeurten te geven. Ze wordt zenuwachtig, krijgt buikpijn en slaat dicht als ze voor de klas staat. Door coaching leert ze omgaan met haar angst en bouwt ze meer zelfvertrouwen op, waardoor ze uiteindelijk wél durft te spreken in de klas.

Mijn kind piekert en maakt zich veel zorgen

Je kind ligt 's avonds in bed en kan de slaap niet vatten. In het hoofd blijven dezelfde gedachten rondspoken: "Wat als ik morgen iets verkeerd doe?" of "Wat als niemand met me wil spelen?" Je merkt dat je kind zich veel zorgen maakt over school, vriendjes of wat anderen van hem of haar denken.

âž¡ Voorbeeld: Sophie (9) heeft moeite met ontspannen. Ze denkt continu na over alles wat mis kan gaan en vraagt haar ouders steeds of iets "goed" is. Dit zorgt voor spanning en vermoeidheid. Door coaching leert Sophie haar gedachten beter te sturen en ontspanningstechnieken toe te passen, waardoor ze zich minder druk maakt.

Mijn kind is vaak boos of gefrustreerd

Soms lijkt het alsof je kind een kort lontje heeft en snel ontploft. Kleine dingen kunnen al leiden tot woede-uitbarstingen, zoals een verloren spelletje, een broertje of zusje dat iets afpakt, of een "nee" van een ouder. Misschien gooit je kind met spullen, schreeuwt hij of zij of sluit zich juist helemaal af.

âž¡ Voorbeeld: Tim (6) wordt snel boos als iets niet gaat zoals hij wil. Als hij een fout maakt met kleuren, scheurt hij zijn tekening kapot. Thuis heeft hij vaak driftbuien en zijn ouders weten niet hoe ze hiermee om moeten gaan. Tijdens coaching leert Tim zijn gevoelens te herkennen en op een rustige manier te uiten, waardoor de uitbarstingen minder worden.

bottom of page